Glijlagers hebben, evenals wentellagers, de opdracht om delen die ten opzichte van elkaar bewegen te steunen of te geleiden. Daarbij moeten ze de optredende krachten opvangen en overdragen. Terwijl de te lageren onderdelen bij wentellagers door rollende elementen – de wentellichamen – van elkaar gescheiden worden, glijdt bij glijlagers het te bewegen onderdeel – meestal een as, een taats of een lijst – op het glijvlak van een vaste lagerbus, een lagerblok of een glijstrip. Hiervoor wordt een smeermiddel tussen de glijvlakken gebruikt. Dit smeermiddel beperkt de slijtage, voert gedeeltelijk de warmte af en dempt stoten en trillingen.

Bij hoge toerentallen worden geen kogel- of rollagers toegepast, maar glijlagers. De olie in de glijlager heeft namelijk niet alleen een smerende werking, maar ook een belangrijke koelende werking. Door een combinatie van oliedruk en rotatiesnelheid ontstaat een volle filmsmering tussen de as en het lager en is er geen metaalcontact tussen de as en de lagerschaal. Dat betekent geen slijtage en geen onderhoud, en dus geen stilstand.

Radiaallagers, axiaallagers, 4-punts lagers, citroen lagers, off-set lagers, tiltpads en thrustpads

Glijlagers zijn onder andere verkrijgbaar als radiaallager, axiaallager, 4-punts lager, citroen lager, off-set lager, tilt pad en thrust pad. Ze lopen geruisloos, zijn vooral geschikt wanneer hoge belastingen bij verhoudingsgewijs langzame draai- en zwenkbewegingen opgenomen moeten worden, en bij hoge of lage temperaturen. Glijlagers zijn, afhankelijk van het glijlagermateriaal, onderhoudsvrij of zeer onderhoudsarm.

Toepassing van glijlagers in scheepsmotoren, dieselmotoren, elektromotoren, generatoren, turbines, tandwielkasten en cementmolens

Door hun specifieke eigenschappen vinden glijlagers in bijna alle industrietakken toepassing, vooral wanneer slechts een zeer begrensde inbouwruimte ter beschikking staat. Zo zijn glijlagers te vinden in scheepsmotoren, dieselmotoren, elektromotoren, generatoren, turbines, tandwielkasten en cementmolens.